De wijzigingswet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) heeft ook voor de schoonmaaksector belangrijke implicaties. In deze sector werken veel ZZP'ers, en de manier waarop de samenwerking met deze zelfstandigen wordt vormgegeven, moet zorgvuldig worden beheerd om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Hoewel de DBA-regels algemeen van toepassing zijn, kent de schoonmaaksector enkele specifieke aandachtspunten die cruciaal zijn voor het naleven van de wet.
Gezagsverhouding en zelfstandigheid
In de schoonmaaksector werken ZZP'ers vaak onder leiding van een coördinator of supervisor, die bepaalt welke taken er uitgevoerd moeten worden. Dit kan al snel leiden tot een gezagsverhouding, wat wijst op een dienstverband in plaats van zelfstandigheid. Het is essentieel dat de ZZP'er in de praktijk zelf bepaalt hoe en wanneer het schoonmaakwerk wordt uitgevoerd, mits het eindresultaat overeenkomt met de afgesproken kwaliteitseisen. Werkgevers moeten dus oppassen dat ze niet te veel controle uitoefenen over de manier waarop het werk wordt gedaan, omdat dit kan duiden op schijnzelfstandigheid.
Verplichting tot persoonlijke arbeid
Een ander aandachtspunt in de schoonmaaksector is de mate waarin een ZZP'er verplicht wordt het werk zelf uit te voeren. Zelfstandige schoonmakers moeten de vrijheid hebben om een vervanger in te schakelen, mits dit binnen de afgesproken kaders valt. Als er van de ZZP'er verwacht wordt dat hij of zij altijd persoonlijk het werk uitvoert, kan dit wijzen op schijnzelfstandigheid. Dit moet expliciet worden vermeden door in contracten duidelijk op te nemen dat de zelfstandige de mogelijkheid heeft om een ander in te schakelen.
Gebruik van materialen en middelen
In de schoonmaaksector gebruiken zelfstandigen vaak de schoonmaakmiddelen en apparatuur van de opdrachtgever. Dit kan de indruk wekken dat de ZZP'er een werknemer is, omdat hij of zij volledig afhankelijk is van de middelen van de opdrachtgever. Het is belangrijk dat zelfstandige schoonmakers hun eigen materialen gebruiken, of dat er heldere afspraken worden gemaakt over het gebruik van middelen van de opdrachtgever, zonder dat dit lijkt op een werkgever-werknemer-relatie.
Meerdere opdrachtgevers
Een ZZP'er in de schoonmaaksector die uitsluitend voor één opdrachtgever werkt, kan door de Belastingdienst als werknemer worden gezien, vooral als de samenwerking langdurig is. Zelfstandigen moeten voor meerdere opdrachtgevers werken of in ieder geval tijdelijke of projectmatige contracten hebben. Dit helpt te voorkomen dat de samenwerking wordt gezien als een verkapt dienstverband.
Conclusie
De DBA brengt specifieke uitdagingen met zich mee voor de schoonmaaksector. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de gezagsverhouding, de vrijheid van de ZZP'er om het werk uit te voeren zoals hij of zij dat wil, en het gebruik van eigen middelen. Door duidelijke afspraken te maken, zoals het gebruik van modelovereenkomsten en het vermijden van langdurige samenwerking met slechts één opdrachtgever, kunnen schoonmaakbedrijven de risico’s van schijnzelfstandigheid beperken en voldoen aan de regels van de DBA.